Bijna 4 miljoen Nederlanders gaan per jaar één of meerdere keren kamperen! Kamperen is voor veel leerlingen dus heel herkenbaar. Met de vakantie in het vooruitzicht, leek het ons een perfect thema voor een blog. In dit blog bespreken we het boekje ‘Maisy goes camping’ (geschreven door Lucy Cousins en in het Nederlands bekend als ‘Muis gaat kamperen’). We geven je allerlei leuke ideeën die uitstekend aansluiten bij dit thema en geschikt zijn voor de groepen 1 tot en met 4.
Het boek is te koop bij bol.com (wel lange levertijd) en bij Practicum Educatief. Een voorgelezen versie is hier te vinden.
Voordat je gaat voorlezen
Het verhaal gaat over Muis, die samen met haar vrienden ‘avonturen’ beleeft in en rondom de tent. Praat vooraf met je leerlingen over kamperen. Zijn er kinderen die al weleens gekampeerd hebben? Dit mag, zeker bij de kleuters, nog best in het Nederlands.
Switch dan naar het Engels. Maak dit moment duidelijk en herkenbaar, bijvoorbeeld door een Engelse hoed op te zetten, een Engels vlaggetje neer te zetten of door te draaien aan een fictieve Engelse knop. Vanaf nu blijf je Engels praten!
– Laat een praatplaat zien van een camping. Zeg: “This is a picture of a campsite. Look, this is a…. (geef een voorbeeld) What do you see? What is she doing? What is he doing? What colour is this?” . Wijs ondertussen op de praatplaat het gedeelte van de tekening aan, dat past bij de vraag die je stelt. Geef de kinderen de tijd om te kijken en te antwoorden. Als een kind iets in het Nederlands zegt, reageer dan met: “Yes, very good, that’s a….. (het Engelse woord)” of “She is playing…..”.
– Vertel dat je een boek hebt over een muis die gaat kamperen en dat de muis Maisy heet. Laat het boek aan de voor- en achterkant zien. Kunnen ze al raden welk dieren er in de tent zitten? Als de kinderen nog niet zoveel Engelse woorden kennen, kun je zelf vragen stellen, bijvoorbeeld: “Where is the mouse? Do you see a squirrel? Who is hiding in the tent?”
– Maak alvast flashcards die horen bij het boekje: tent, pegs, tent pole, flashlight, backpack, sleeping bag, campfire, sun, moon, stars, elephant, mouse, squirrel, bird, crocodile en eventueel de getallen 1, 2, 3, 4, 5,(6, 7, 8, 9, 10). De flashcards kun je later, op het moment dat de kinderen het boek al beter kennen, inzetten. Je leest hier verderop meer over.
Tijdens het voorlezen
De eerste keer neem je alle tijd om het boek voor te lezen. Het boekje heeft weinig tekst en duidelijke, eenvoudige tekeningen die het verhaal ondersteunen.
Zodra kinderen het boekje beter kennen, kun je tijdens het voorlezen extra activiteiten laten uitvoeren. Hier zijn een tweetal ideeën:
– Lees het boekje op een interactieve manier voor en stel tijdens het voorlezen vragen: “What colour is the elephant/ mouse/ squirrel/ bird/ crocodile/ the tent /the sun/ the moon? What is the elephant wearing? What is happening in this picture? Are they feeling happy or sad?”
– Laat het verhaal naspelen, terwijl je het boekje voorleest. Misschien kun je in de klas wel een echte tent maken! Altijd een groot succes, toch? Je kunt kronen maken, die horen bij de personages uit het boek. Plak op de kroon het plaatje van één van de dieren. Zo is het meteen duidelijk wie welke rol speelt.
Na het voorlezen
Uitbeelden:
Vertel een eenvoudig verhaaltje over kamperen in het Engels waarbij je meteen met z’n allen het verhaal gaat uitbeelden. Bijvoorbeeld: “Let’s go camping! It’s warm. The sun is shining. I’m wearing a backpack, It’s heavy. Let’s pitch a tent! One tent pole, two tent poles, three tent poles. One peg (sla deze zogenaamd in de grond), two pegs, three pegs! Let’s sleep in the tent. Wake up! Go outside. It’s dark. Get your flashlight. Let’s make a campfire. I hear something…..What is it…? I’m scared……Run back to your tent! Crawl into your sleeping bag. Be as quiet as you can! (zeg dit fluisterend) Sleep!”
Bewegen met flashcards:
Laat de flashcards één voor één zien en leg ze één voor één op de tafel/ in het midden van de kring: “So, this is a mouse, this is a squirrel, this is a bird, this is a crocodile and this is a elephant.” Laat de kinderen door de klas lopen. “Can you walk like a mouse? With pointy ears and a pointy nose? And a long tail? Can you walk like a squirrel? Climb in a tree? Can you fly like a bird? With beautiful wings? Can you swim like a crocodile? Can you walk like an elephant?”
Flashcardspelletjes zijn altijd leuk om te doen. Voor meer superleuke flashcardspelletjes kun je de volgende blogs lezen: flashcards deel 1, flashcards deel 2, flashcards deel 3 en flashcards deel 4.
CLIL activiteit
Een laken met licht erachter, zorgt voor mooie schaduwen, net zoals in het boekje “Maisy goes camping”. Laat leerlingen ermee experimenteren en voer raadspelletjes uit. Zo sluit je perfect aan bij kerndoel 32, meten en meetkunde: “leerlingen onderzoeken van en opereren met vormen en figuren (bijv. vouwen), schaduwen, spiegels, patronen” en “leerlingen experimenteren met licht en donker”.
Op de website van nrich vind je nog meer activiteiten die dit boekje koppelen aan rekenen, zoals het spelletje ‘Opening out’, waarbij kinderen spelend het splitsen oefenen.
Liedjes en fimpjes:
– Maisy goes camping. De video bestaat uit meerdere korte 5 minuten durende animaties.
– Peppa pig goes camping, 5 minuten durende animatie
– Maisy goes camping – Such fun: Een leuk en eenvoudig liedje om mee te zingen
– Caillou goes camping, 26 minuten durende animatie
– Camping song for kids – The Kiboomers. Eenvoudig melodietje met veel herhaling.
– Do you want to go camping out? – Shaw Rocket Fund. Mooie animatie over Stella en Sam, maar te moeilijk en te lang om echt mee te zingen.
Meer liedjes vind je in onze andere blog over ‘summer‘.
We hopen dat je voldoende geïnspireerd bent, zeker in combinatie met de andere blog. We wensen je heel veel plezier!
Dit blog is geschreven door Froukje Polman.
Reacties zijn gesloten.