Food & drinks (Deel 2)

Geef je les in de onder- of middenbouw en kun je wel wat ideeën gebruiken voor het thema ‘Food and drinks’? Lees dan dit blog voor leuke lessuggesties!

Prentenboeken

– The very hungry caterpillar: Een herkenbaar boek dat bijna elke leerling wel kent vanuit het Nederlands. Niet alleen komen hier heel veel etenswaren in voor, je leert tegelijkertijd (spelenderwijs) de dagen van de week. Als je op de link klikt, zie je het filmpje op YouTube. Het is natuurlijk nog leuker om het boek te bestellen bij bij Practicum Educatief (je krijgt 10% korting met de code SpelenmetEngels).

Tips:
-Lees het boek een aantal dagen van tevoren eerst in het Nederlands, zodat de kinderen alvast weten waar het over gaat.
-Maak van tevoren flashcards van de etenswaren in het boek en bespreek deze voordat je het boek gaat lezen. Zo hebben de leerlingen de woordjes alvast een keertje gehoord en zullen ze een aantal woorden herkennen als je gaat voorlezen. Mooie flashcards vind je hier: Download flashcards met plaatjes en hier: Download flashcards met woorden
-Bij de wat oudere of gevorderde kinderen kun je van tevoren aangeven dat ze goed moeten opletten, omdat je naderhand zult vragen wat het rupsje at op een bepaalde dag. Als het boek uit is, vraag je: ´What did the caterpillar eat on Monday?´ of ´On what day did the caterpillar eat a sausage?´
-Er een werkblad voor kinderen die al kunnen lezen & schrijven: Hungry Caterpillar.

LEES OOK: THE VERY HUNGRY CATERPILLAR

Pete the cat’s big lunch: Pete the cat gaat voor zichzelf een uitgebreide sandwich maken. Met appels, bananen, eieren, hot dogs en nog veel meer. Uiteindelijk is de sandwich veel te groot en vraagt hij zijn vrienden om mee te eten. Je ziet ene voorbeeldfilmpje op YouTube als je op de titel klikt. Te koop bij Bol.com.

Tips:
-Maak van tevoren flashcards van de etenswaren in het boek en bespreek deze voordat je het boek gaat lezen. Zo hebben de leerlingen de woordjes alvast een keertje gehoord en zullen ze een aantal woorden herkennen als je gaat voorlezen.
-Koppel aan dit boek een tekenopdracht: ‘Draw your own big sandwich. What food are you going to put on it?’. Leerlingen kunnen hun sandwiches aan elkaar presenteren.
-Kunnen jouw leerlingen al een beetje lezen? Print dan dit werkblad uit. Je kunt de plaatjes natuurlijk ook knippen en kopiëren, zodat er memory mee gespeeld kan worden. Zijn ze snel klaar met hun opdracht? Geef ze dan deze tekenopdracht.

BESTEL THEMAPAKKET FOOD AND DRINKS

Maisy Mouse goes shopping: Eenvoudig boekje voor de onderbouw, waarin Maisy en Charley boodschappen gaan doen om de koelkast leeg is. Klik op de titel voor een voorbeeld van het boekje op YouTube. Een uitgebreider animatiefilmpje vind je hier: Maisy Mouse official shopping (het gaat om de eerste 5 minuten). Te koop bij Bol.com.

Tips: 
-Kleurplaten en ‘dot-to-dot’-opdrachten van Maisy kun je hier gratis downloaden.
-Neem zelf een boodschappenmandje of -tas mee en verstop hierin voorwerpen en/of flashcards van de etenswaren die in het boek voorkomen. Vraag voordat je gaat voorlezen aan je leerlingen wat zij denken dat Charley en Maisy gaan kopen. Als ze een item noemen dat jij in je tas hebt zitten, haal je hem tevoorschijn en herhaal je het woord in het Engels.

LEES OOK: FOOD AND DRINKS (DEEL 1)

Werkvormen

  • Bij het themapakket van Spelen met Engels vind je diverse spellen (domino, miniloco, memory, bingo etc.) en werkbladen om spelenderwijs met dit thema aan de slag te gaan. Je kunt al het materiaal ook los bestellen in de webshop.
  • Er zijn verschillende werkvormen die je toepassen met de flashcards die je hebt gemaakt of besteld. Geef bijvoorbeeld eenvoudige opdrachtjes: ´Point to the hot dog´, ´Give the cheese to…´, ‘Walk to the broccoli’. Je kunt ook ´What´s missing?’ spelen: Je legt een aantal kaarten neer en je haalt er één of twee weg, zodat de leerlingen moeten raden welke er weg zijn. Meer ideeën voor werkvormen met flashcards vind je in het E-book Flashcard Fun!
  • In een volgende les kun je nogmaals het boek voorlezen en enkele andere werkvormen toepassen. Ook kun je gaan oefenen met de chunks ´Do you like..?´, ´Yes, I do. / No, I don´t.´ . Je vraagt bijvoorbeeld aan de leerlingen: ´Do you like cheese?´ en je steekt daarbij een duim op terwijl je blij kijkt. Of ´I don´t like pickles´ en je doet daarbij je duim naar beneden en je kijkt vies. Leerlingen zullen al snel snappen wat je bedoelt.
  • Maak een kring en geef elke leerling een (memory)kaartje. Zeg hierbij hardop het Engelse woord. Check dan nogmaals of iedereen weet wat er op zijn kaartje staat. Vervolgens gaan de leerlingen om de beurt aan hun buurman vragen ´Do you like + het woord dat bij het plaatje staat?´. De buurman antwoordt met ´Yes, I do´ of ´No, I don´t´ . Daarna is de volgende aan de beurt en hij vraagt weer aan zijn buurman: ´Do you like….?´ etc. Is jouw groep te groot en ben je bang dat leerlingen zich niet kunnen concentreren? Verdeel de groep dan in twee of drie kleinere groepjes en begeleidt waar nodig. Je kunt er ook een binnen- buitenkring activiteit van maken. Zo oefen je niet alleen de etenswaren, maar ook een stukje grammatica door vragen te stellen met de chunk ´Do you like?´. Bovendien komen de leerlingen zo van elkaar te weten wat ze wel en niet lekker vinden.

BESTEL THEMAPAKKET FRUIT AND VEGETABLES

broccoli

  • Voor leerlingen in groep 3 t/m 5 is het leuk om dit filmpje van ELF Kids Videos te bekijken. Zeg tegen de leerlingen dat ze goed moeten onthouden welke etenswaren er allemaal voorbij komen in het filmpje. Naderhand noemen de leerlingen om de beurt een woord dat ze hebben onthouden. Als ze het niet weten, zeggen ze ´I don´t know´ en dan mag de volgende. Net zo lang totdat niemand meer een woord weet. Hoeveel woorden kun je als groep gezamenlijk onthouden? Uiteraard is het leuk om, na het opnoemen van de woorden, het filmpje nog één keer te kijken zodat de klas erachter kan komen welke woorden zij  zijn vergeten.Tip: Maak hierbij gebruik van flashcards, zodat het voor minder gevorderde leerlingen meteen duidelijk is welke woorden er worden genoemd door hun klasgenoten. Als je de opdracht interactiever wilt maken, laat je leerlingen in groepjes werken. Ze kunnen bijvoorbeeld plaatjes aankruisen op een werkblad dat jij van tevoren hebt gemaakt of eerst samen zoveel mogelijk woorden bedenken (en tekenen of opschrijven), voordat jij de vraag gaat stellen.

Met bovenstaande ideeën heb je al snel een les gevuld. Succes en vooral: veel plezier!

Reacties zijn gesloten.

error: