Wist je dat het een heel bewuste keuze is geweest om geen lidwoorden op de flashcards te plaatsen?
Ik geef je 3 redenen:
1️⃣ ENGELS VERSUS NEDERLANDS
In het Nederlands zijn er twee bepaalde lidwoorden: de & het. Het verschil tussen die twee is grammaticaal goed uit te leggen, maar voor jonge kinderen heeft dat weinig nut. Zij zijn namelijk nog niet in staat om zulke abstracte regels bewust te leren en toe te passen. Daarom beginnen we al vroeg met het aanbieden van zelfstandig naamwoorden mét lidwoorden. Zo wordt het een automatisme om het goede lidwoord te gebruiken, zonder dat kinderen de onderliggende regels hoeven te kennen.
❌ In tegenstelling tot het Nederlands hoeven we bij het Engels geen automatisme rondom lidwoorden aan te leren. Er is immers maar één bepaald lidwoord, the, en dat wordt in de spreektaal lang niet altijd gebruikt. Het voelt dan ook onnatuurlijk om dit aan losse woorden te koppelen. En dan komen we vanzelf bij punt 2….
MEER WETEN OVER GRAMMATICA OP DE BASISSCHOOL?
BEKIJK DE ONLINE CURSUS ‘SPELEN MET GRAMMATICA’
2️⃣ WOORDEN FLEXIBEL TOEPASSEN
Naast het bepaalde lidwoord the, zijn er de onbepaalde lidwoorden a & an (het Nederlandse ‘een’). Als je deze voor het zelfstandig naamwoord zou zetten, wek je de indruk dat het om vaste combinaties gaat: a pizza, an apple. Maar dat is natuurlijk helemaal niet het geval. Soms zeg je ‘this pizza‘ of ‘I like pizza‘ of ‘one pizza‘ of ‘my pizza‘.
✅ Door de woorden zonder lidwoord aan te bieden, blijft de flashcard neutraal en flexibel. Zo kunnen kinderen het woord in allerlei zinsverbanden gebruiken.
3️⃣ WOORDEN LEREN IN CONTEXT
Bij het aanbieden van de Engelse taal, gebruik je zelden losse woorden. De woorden zijn verwerkt in een dialoog, een verhaal, een lied of versje. Daarbij laat je de flashcards zien. Bijvoorbeeld:
“I walk into the classroom. I see my new teacher. He shows me my desk, I sit down on a brown chair. It’s close to the window. On my desk, there is one pencil and a notebook. The notebook is blue. I also see an eraser. I’m looking forward to playing outside with my best friend. I think we’ll go on the slide first.”
Als er op alle flashcards the zou staan (of a/an), zorgt dat voor verwarring bij kinderen, want the komt niet steeds terug in het verhaal. Ze horen (in dit geval) ook my, one, a & an. Zonder context kun je dus niet beslissen welk lidwoord het juiste is.
➡️ Kortom, met flashcards zonder lidwoorden bied je kinderen wél de woorden aan, maar laat je de keuze voor het juiste lidwoord ontstaan in echte taalcontext. En dat is precies hoe taalverwerving het meest natuurlijk verloopt.
LEES OOK: 10 TIPS OM LEERLINGEN TE MOTIVEREN