5 werkvormen met memoriekaartjes

In dit blog deel ik 5 werkvormen met je. Deze werkvormen zet je pas in als er al voldoende input is gegeven. Bijvoorbeeld met een liedje, flashcards, leestekst of filmpje. De leerlingen moeten de woorden en plaatjes dus al wel kunnen herkennen en benoemen.

1. Draw and guess
Leerlingen werken in tweetallen. De ene leerling pakt een memoriekaartje of flashcard en tekent de afbeelding na op de rug van zijn/haar klasgenoot. De klasgenoot tekent vervolgens op een papier wat hij dénkt dat er op zijn rug wordt getekend. Hij / zij kan ook het woord hardop benoemen, opschrijven of aanwijzen op een woordmat. Dit hangt af van het niveau van jouw groep.

BESTEL: THEMAPAKKET DESCRIBING ANIMALS

2. Go fish
Twee leerlingen pakken een kaartje van een stapel memoriekaartjes van één bepaald thema, bijvoorbeeld ‘pets’. De ene leerling vraagt: ‘Have you got a dog?‘. De andere leerling kan nu twee antwoorden geven: ‘Yes, I have‘ (hij geeft het kaartje van de hond nu aan zijn klasgenoot) of ‘No, I haven’t. Go fish!‘. Daarna wisselen ze van beurt. Je kunt meerdere kaartjes van hetzelfde woord in de stapel stoppen of maar 1 kaartje van elk woord.

Je kunt deze activiteit ook eerst klassikaal doen: Alle leerlingen hebben een memoriekaartje van het thema en jij vraagt aan iedere leerling: ‘Have you got a…?‘. Als je goed gokt, ontvang je het kaartje. 

LEES OOK: 5 ACTIVITEITEN VOOR DE ONDER- EN MIDDENBOUW

3. Listen and order
Geef elk groepje leerlingen een stapeltje memoriekaarten. Ze verspreiden deze over de tafel. Jij gaat een verhaal vertellen met de woorden die op die kaartjes staan. Steeds als ze een woord horen, pakken ze het kaartje en leggen ze hem neer. Zo ontstaat er een rij van memoriekaartjes op volgorde van verschijnen in het verhaal. Als het verhaal is afgelopen, check je of iedereen de kaartjes op de juiste volgorde heeft gelegd. Dit doe je door bijvoorbeeld de bijbehorende flashcard te laten zien.

In plaats van een verhaal kun je ook losse woorden roepen of korte zinnen. In plaats van op volgorde leggen, kunnen leerlingen de kaartjes ook alleen maar aanwijzen of er op slaan (met een vliegenmepper). In plaats van afbeeldingen, kun je in de bovenbouw ook werken met geschreven woorden: Die kunnen op volgorde gelegd worden of leerlingen schrijven mee terwijl je het verhaal vertelt.

LEES OOK: SPELEND LEREN, 4 WERKVORMEN

4. To bluff or not to bluff
Maak groepjes van 4 of 5 leerlingen. Zorg voor een stapel flashcards of memoriekaarten waar elk woord maar één keer in voorkomt. Iedere leerling heeft een paar kaarten (bijvoorbeeld 5). Het doel van dit spel is om als eerste je kaarten kwijt te raken. Leerling 1 legt een kaart op tafel (met de afbeelding naar beneden) en zegt: ‘This is a cat‘ (als voorbeeld bij het thema ‘pets’). Dan is leerling 2 aan de beurt. Hij mag bedenken of leerling 1 bluft of de waarheid spreekt. Als leerling 2 zelf een plaatje van een kat in zijn handen heeft, weet hij sowieso dat leerling 1 bluft. Hij zegt dan: ‘No, it’s not!’. Als het inderdaad niet waar was, mag leerling 2 één van zijn kaarten aan leerling 1 geven. Als het wél waar was, dan mag leerling 1 juist een kaart aan leerling 2 geven.

Daarna is leerling 2 aan de beurt: Ook hij legt een kaart op tafel en spreekt de waarheid of liegt: ‘This is a hamster‘. Nu mag leerling 3 gokken of hij bluft of niet. Zo ga je het groepje rond en proberen leerlingen tegelijkertijd te onthouden wie wat zegt en wie welke kaart heeft. De winnaar is degene die uiteindelijk geen kaarten meer heeft.

BESTEL: THEMAPAKKET PETS

5. Lip reading
Hang een aantal flashcards op in het lokaal (dit hangt af van het niveau van jouw groep, maar minimaal 6 tot 8). Jij playbackt een woord of een complete zin waarin één van die woorden voorkomt en leerlingen raden om welke kaart het gaat. Ze wijzen de juiste kaart aan of ze lopen er naartoe. Je kunt ook de zin hardop zeggen en het betreffende woord weglaten. Leerlingen in de bovenbouw kunnen de woorden die je playbackt ook opschrijven. In plaats van flashcards ophangen in het lokaal, kunnen leerlingen ook werken met memoriekaartjes.

BESTEL: LESPLAN HOLIDAY AND TRANSPORT

error: