Een veelvoorkomend thema bij Engels op de basisschool is ´clothes´. Een leuk onderwerp waarmee je al in groep 1 kunt starten en steeds verder uit kunt breiden naar groep 8 toe. In deze blog lees je allerlei ideeën om spelenderwijs met dit thema aan de slag te gaan in de onder- en middenbouw. In een tweede blog zal ik tips geven voor de midden- en bovenbouw. Als jouw leerlingen in groep 7 of 8 nog niet zoveel Engels hebben gehad, zijn de ideeën in deze blog misschien meer op hen van toepassing.
Voorlezen
Er zijn diverse prentenboeken die je kunt gebruiken om het thema te introduceren. Als je een prentenboek als basis neemt, ga dan ook met de woorden die in dat boek voorkomen aan de slag (en eventueel wat extra woorden als blijkt dat leerlingen de woorden makkelijk in zich opnemen of als er te weinig woorden in het boek worden aangeboden).
– The smartest giant in town: Een superleuk verhaal over een lieve reus die zijn nieuwe kleren weggeeft aan de dieren in nood die hij tegenkomt op weg naar huis. Het verhaal is op rijm en heeft veel herhaling, zoals we van Julia Donaldson gewend zijn. Ik schreef hier een aparte blog over, deze lees je hier. Wil je het boek liever niet bestellen of zelf voorlezen? Dan vind je hier, hier en hier duidelijke filmpjes op YouTube.
– Too cool for school – Pete the cat: Pete gaat naar school, maar weet niet zo goed wat hij aan zal trekken. Hij krijgt advies van familie en vrienden, maar vindt het uiteindelijk niet zo mooi. Hij besluit aan te trekken wat hij zélf mooi vindt. Er komen veel verschillende kledingstukken in voor en het verhaal is eenvoudig te volgen. Ook goed zelf te lezen in de midden- en bovenbouw.
Een filmpje waarin het boek wordt voorgelezen vind je hier. Je kunt ook een handpop van Pete bestellen, wat zeker aan te raden is als je meerdere boeken van Pete the Cat hebt. Op de site van Pete the Cat vind je ook gratis werkbladen die je kunt downloaden. Variërend van kleurplaten tot doolhoven en van woordzoekers tot boekenleggers.
Heb jij vergevorderde leerlingen in je klas of zijn er kinderen die al kunnen lezen? Download dan de opdracht ´Pete the cat- Circle the words´, waarbij leerlingen tijdens het voorlezen extra goed moeten opletten en de woordjes moeten omcirkelen die in het verhaal voorkomen. Voor meer informatie over de Pete the Cat boeken, verwijs ik je naar de blog: Pete the Cat.
DOWNLOAD CIRCLE THE WORDS (gratis).
–Froggy gets dressed: Een handig boek voor de winter (woorden als scarf, hat, mittens, coat). Froggy wil graag buiten spelen, maar vergeet steeds een kledingstuk aan te trekken en wordt daarom steeds terug geroepen door zijn moeder. Door de herhaling en het grappige eind (hij vergeet zelfs zijn onderbroek!) zal het jonge kinderen zeker aanspreken. Een filmpje van het verhaal vind je hier (je kunt ´pants´ veranderen in ´trousers´).
Filmpjes & liedjes
–Kids Vocabulary Clothes – English singsing: Een handig filmpje waarin heel veel kledingstukken voorbij komen. Je hoort het woord, ziet het plaatje en kunt het woord ook nazeggen en eventueel lezen.
–Let´s get dressed song – The Kiboomers: Vrolijk liedje waarbij leerlingen alles ook daadwerkelijk na kunnen doen. Zing het liedje eerst langzaam zelf, zonder beeld of muziek. Je kunt dan alvast oefenen met de gebaren en leerlingen rustig mee laten doen en een beetje mee laten zingen. Als je het één of twee gezongen hebt, zet je de muziek aan. Pas na een aantal keren laat je ook het beeld zien. Nu kunnen de leerlingen grotendeels meezingen en zijn ze niet alleen geobsedeerd door de beelden. Zelf vervang ik het woordje ´pants´ voor ´trousers´.
–Put on your shoes – Supersimplesongs: Een liedje met veel herhaling (misschien iets téveel voor sommigen 😉), waardoor leerlingen snel mee kunnen zingen. Er wordt flink geoefend met de chunks ´put on´ en ´hurry up´.
–This is the we get dressed – Supersimplesongs: Een doe-liedje dat leerlingen snel mee zullen zingen. Je kunt zelf allerlei varianten verzinnen.
–Clothing Vocabulary – ELF Kids: Een leuke chant met 24 woorden, die leerlingen na kunnen zeggen / zingen. Dezelfde woorden komen terug in My clothes with sentences, waarin de woorden zijn verwerkt in zinnen. Ook deze kunnen leerlingen nazeggen op een ritmische manier. Een derde variant van dezelfde makers vind je hier.
–The clothes song: Een vrolijk liedje waar ik een aparte blog over schreef, inclusief filmpje uit de praktijk. Deze kun je hier bekijken.
Werkvormen & werkbladen
– Het is belangrijk dat je de woorden vaak aanbiedt en veel herhaalt. Dit kan bijvoorbeeld met de volgende werkvorm: Jij omschrijft een leerling en de klas raadt om wie het gaat. `She´s wearing a white t-shirt, a blue skirt and brown shoes´. Leerlingen mogen de naam van hun klasgenoot roepen of ze gaan staan als ze denkt dat het om hen gaat. Je kunt ook andersom doen: Iedereen gaat staan, maar je moet gaan zitten als de omschrijving niet op jou slaat. Uiteindelijk blijft er dan één leerling over.
– Geef steeds twee leerlingen dezelfde flashcard. Zorg ervoor dat je de plaatjes zelf niet ziet. Nu wijs je twee leerlingen aan en zij zeggen het woord op hun kaart. Zo speel je memory en probeer je steeds twee setjes te vinden. Je kunt dit ook door de leerlingen zelf laten spelen, maar dan kan het wel wat langer duren.
– Geef de leerlingen het werkblad ´Colour the clothes´. Jij geeft opdrachtjes en de leerlingen kleuren de juiste kledingstukken in. Voor leerlingen die al kunnen lezen, is er een werkblad waar de opdrachtjes geschreven staan.
DOWNLOAD COLOUR THE CLOTHES (gratis)
DOWNLOAD COLOUR THE CLOTHES MET TEKST (gratis)
– Geef elke leerling het werkblad ´draw the clothes´. Jij geeft nu opdrachtjes, terwijl de leerlingen tekenen en kleuren: ´Draw a yellow hat on his head, draw a blue shirt, draw black trousers, draw brown shoes´ etc. Voor leerlingen die al kunnen lezen, geef je de opdrachten schriftelijk: zij kunnen dan in hun eigen tempo werken.
DOWNLOAD DRAW THE CLOTHES (gratis)
– De chunk ´I´m wearing (a)´ kun je heel goed oefenen bij het thema ´clothes´. Als je flashcards hebt gemaakt, kun je deze aan leerlingen geven en ze laten oefenen met de plaatjes (en/of woorden) die ze in hun handen hebben. Heeft een leerling bijvoorbeeld het plaatje van een ´hat´, dan zegt hij ´I´m wearing a hat´. Je kunt leerlingen natuurlijk ook zelf een kledingstuk dat ze aan hebben laten kiezen.
– Geef alle leerlingen een flashcard en laat ze rondlopen met hun kaart. Als ze een klasgenootje tegenkomen, vragen ze: ´What are you wearing?´. de klasgenoot geeft antwoord met het woord dat op zijn/haar kaart staat: ´a dress´ of nog beter: ´I´m wearing a dress´.
– Laat leerlingen in kleine groepjes domino spelen: Elke keer als ze een kaartje kunnen aansluiten, zeggen ze het woord.
– Speel bingo met de hele klas. Zo hoeven leerlingen nog niet zelf te praten, maar horen ze wel de woordjes en zijn ze er actief mee bezig. Als ze de woorden nog niet goed kennen, kun je het uitbeelden of aanwijzen.
BESTEL DOMINO CLOTHES
BESTEL BINGO CLOTHES
– Laat leerlingen in kleine groepjes memory spelen. Een veilige manier om spelenderwijs de woordjes te oefenen. Ze zeggen het woord als ze een kaartje omdraaien. Leerlingen kunnen elkaar ook helpen.
– Als leerlingen een aantal keer de chunk ´I´m wearing ´ hebben geoefend en de woordjes inmiddels goed onder de knie hebben, is het leuk om een ´loopgame´ te spelen. Dit is een klassikaal spel waarbij leerlingen goed naar elkaar moeten luisteren. Eén leerling begint en kijkt op zijn kaartje. Er staat bijvoorbeeld een plaatje van een muts en van ondergoed. Hij zegt ´I´m wearing a hat. Who´s wearing underwear?´. De leerling die een plaatje van ´underwear´ heeft reageert: ´I´m wearing underwear. Who´s wearing a coat?´ . Zo gaat het door totdat het eindigt bij de eerste leerling met de ´hat´.
Eindopdracht
– Aan het eind van een lessenreeks kun je leerlingen de volgende opdrachten geven:
- Een korte modeshow laten houden waarbij ze hun eigen of elkaars kleding omschrijven: ´She is wearing… / I´m wearing … / We are wearing…´. Bekijk een voorbeeld in het filmpje hieronder.
- De leerkracht of leerlingen zoeken plaatjes of foto´s op internet en leerlingen benoemen de kledingstukken die ze zien.
- Leerlingen tekenen zelf een man, vrouw of kind met verschillende kledingstukken. Ze presenteren dit aan hun klasgenoten.
- Leerlingen maken een eigen memoryspel van de woordjes die ze actief hebben geoefend.