CLIL: Fruit and vegetables

Een biologieles in het Engels, geschikt voor groep 7 en 8. Dat is natuurlijk een leuke uitdaging voor zowel de leerkracht als de leerlingen. Hieronder stap voor stap uitgelegd hoe je zogenaamd een tuintje kunt verzorgen tijdens de Engelse les. Of juist tijdens de biologie les? Zorg dat jouw groep de basiswoorden van dit thema al kent, door bijvoorbeeld eerst aan de slag te gaan met het themapakket ‘My garden’ of het themapakket ‘Spring’.

Deze les is extra interessant voor klassen die daadwerkelijk een schooltuintje hebben. Het is vrij vertaald uit het boek ‘Oxford basics – Cross-curricular activities´ van Hana Svecovà. Ik wens je veel plezier!

BESTEL: THEMAPAKKET FRUIT AND VEGETABLES

Stap 1

Teken op het bord verschillende zaden voor groenten, een tuin met twee fruitbomen en wat gereedschap. De tuin ziet er bijvoorbeeld als volgt uit :

Stap 2

Zeg tegen de klas dat dit een tuintje is waar ze zogenaamd een jaar lang voor moeten zorgen. Omschrijf de tuin met simpele bewoordingen: ´There are 2 fruit trees (apple and cherry) and three vegetables beds´.  Wijs  ook het gazon aan (´There is a lawn under the trees´) en het gereedschap. Noem de Engelse namen van het gereedschap, beschrijf wat je ermee kunt doen of beeldt het uit: ´The rake is for raking the leaves´.

BESTEL: THEMAPAKKET MY GARDEN

Stap 3

Schrijf de volgende lijst op het bord en leg (in het Engels!) de woorden uit die de leerlingen niet begrijpen (dit kun je ook doen door het uit te beelden). Laat de leerlingen de zinnen gezamenlijk hardop voorlezen:

Mow the grass
Pull the weeds
Water the garden
Plant the vegetables
Water the seeds
Clean the tools

Harvest the fruit and vegetables
Hoe the vegetable beds

Stap 4

Beeld één van de activiteiten uit en laat de klas raden welke activiteit het is. Laat een leerling dit ook doen, waarna zijn klasgenoten raden wat hij uitbeeldt. Maak ook gebruik van flashcards of een woordmat om de woorden te herhalen en spelenderwijs te oefenen.

Stap 5

Vraag de leerlingen om zelfstandig op te schrijven in welk seizoen zij deze activiteiten zouden uitvoeren. Schrijf de vier seizoenen winter, spring, summer, autumn op het bord, zodat de klas dit kan overschrijven.

BESTEL: LESPAKKET EN LESPLAN ‘MAISY GROWS A GARDEN’

Stap 6

Vraag de leerlingen om drie groenten te kiezen uit de plaatjes links,  onder ´seeds´. Deze groenten schrijven ze ook op hun blaadje.

Stap 7

Schrijf de volgende zinnen op het bord:

*What are you going to grow? – I´m going to grow…
*When are you going to grow…? – I´m going to grow ….in the winter / spring / summer / autumn

Er wordt ook een extra activiteit toegevoegd uit het verhaaltje van stap 3:
* What else are you going to do? 
* I’m going to water the seeds / I’m going to mow the grass etc.

LEES OOK: THE WEATHER (BOVENBOUW)

Stap 8

De leerlingen gaan in tweetallen werken. Kies voor tweetallen die niet bij elkaar in een groepje zitten, want misschien hebben ze al op elkaars blaadje gekeken.  Ze gaan nu vragen stellen m.b.v. de zinnen die je bij stap 7 op het bord hebt geschreven. Als ze dezelfde groente hebben, krijgen ze allebei een punt. Als ze dezelfde activiteit of hetzelfde seizoen hebben, krijgen ze ook allebei een punt. Bijvoorbeeld:
lln 1: What are you going to grow?
lln 2: I´m going to grow carrots, cucumbers and onions. What are you going to grow?
lln 1: I´m going to grow cucumbers, tomatoes and radishes. (1 punt voor de ‘cucumbers’!)
lln 2: When are you going to grow…?
lln 1: I´m going to grow …. in spring. When are you going to grow…?
lln 2: I´m also going to do it in spring! (1 punt voor hetzelfde seizoen!)
lln 2: What else are you going to do? 
lln 1: I’m going to water the seeds. And you?
Lln 2: I’m going to mow the grass. (geen punten)

Als iedereen klaar is, vraag je het aantal punten per tweetal. Wie heeft de meeste punten?

LEES OOK: SPRING!

Stap 9

Welke groeten, fruit, activiteiten en seizoenen de leerlingen kiezen, staat natuurlijk helemaal vrij. Toch zullen sommigen het logisch hebben ingedeeld, zoals: mowing the grass – summer of raking the leaves – autumn. Je kunt aan het eind van de les de activiteiten nog eens doornemen en een aantal leerlingen vragen hoe zij het hebben verdeeld. Zijn er veel overeenkomsten of juist verschillen?

Reacties zijn gesloten.

error: